De sporen van een ree zijn veel gemakkelijker te vinden dan de reeën zelf. FOTO: Dré Verhagen
De sporen van een ree zijn veel gemakkelijker te vinden dan de reeën zelf. FOTO: Dré Verhagen

Spoorzoeken in de natuur

Algemeen

Sporen of andere achtergebleven kentekens wijzen erop, dat zich daar een bepaald wezen heeft bevonden. Voor mensen zijn dit bijvoorbeeld de vingerafdrukken. Voor dieren kunnen dit pootafdrukken zijn, maar evengoed vraatsporen, uitwerpselen, plukjes van de vacht of veren.

VELDHOVEN - Het zoeken naar sporen kost wat tijd maar maakt een natuurwandeling wel erg leuk. Veel sporen kunnen zijn het hele jaar te vinden en het herkennen ervan is na wat oefening niet eens zo moeilijk.

Zoogdieren

Het konijn en de haas hebben pootafdrukken, ook wel prenten genoemd, die veel op elkaar lijken. Van de haas is de afdruk echter 2 keer zo groot. De afdrukken staan altijd in groepjes van 4. Zeker in de winter als er sneeuw ligt, eten knaagdieren vaak aan de bast van de stam en de lage zijtakjes van jonge boompjes. De vraatsporen op de bast zijn te herkennen aan tandafdrukken van de bovenste en onderste snijtanden.
Ook goed te herkennen zijn de keutels. Van een konijn zijn ze rond met doorsnee van ongeveer 10 mm. De keutels van de haas zijn iets afgeplat en tot 20 mm groot. Eekhoorns laten duidelijke eetsporen achter. Waar de eekhoorn de zaadjes van een dennenkegel heeft gegeten ziet men de kegelschubben er los bij liggen. Ze beginnen aan de basis te eten (de dikke kant) en gaan spiraalsgewijs naar boven. Wat er overblijft is een rafelige kale kegel.

Stapvoets

Een ree is een heel schuw dier. Als het in een gebied aanwezig is, verraadt het zich aan prenten op zandpaden. Of het hard of langzaam gelopen heeft is te zien aan de onderlinge afstanden.
Als het ree stapvoets loopt, dan staan - let op! - de prenten van de achterpoot ín de prenten van de voorpoot. Bij een draf staan de prenten van de achter- en de voorpoot evenwel ongeveer zo’n 60 cm uit elkaar, bij galop ongeveer 2 m. Ook de ree maakt vraatsporen aan jonge bomen. Deze zitten echter veel hoger aan de stam dan bij de knaagdieren.

Vogels

Sporen van vogels komen alleen op drassige of zachte grond voor. Om de prenten te herkennen en op naam te brengen is een sporengids wel wenselijk. Braakballen zijn de onverteerbare stoffen die het lichaam via de mond verlaten. De voedselresten die men in braakballen vindt zijn kenmerkend voor de vogel en hun voedsel.
Bij de uilen zijn over het algemeen meer resten te vinden in de braakbal dan bij de dagroofvogels. De oorzaak hiervan is, dat de uil een prooi in zijn geheel inslikt en de dagroofvogel de prooi aan reepjes scheurt.