Uilen, de roofvogels van de nacht. FOTO: IVN VEV.
Uilen, de roofvogels van de nacht. FOTO: IVN VEV.

Uilen in de nachtelijke Kempen

Algemeen

De uil als vogelsoort heeft de mens altijd al aangesproken. Waarschijnlijk door zijn 2 naast elkaar geplaatste grote ogen, waardoor de vogel wel iets menselijks lijkt te hebben. Uilen zijn de roofvogels van de nacht, ze zijn er helemaal voor aangepast. In Nederland komen 5 soorten voor, te weten: steen-, bos-, rans-, kerk- en velduil. De eerste 4 broeden allemaal in de Brabantse Kempen, dus we zouden ze een keer kunnen signaleren.

EINDHOVEN - Jagen in de nacht vraagt om aanpassingen. Het is donker en het kleinste geluidje is hoorbaar. Voor de jagende uil is het zaak om zo weinig mogelijk geluid te maken en behoedzaam te werk te gaan. Dus is het erg belangrijk, dat een uil heel stil kan vliegen, zodat de prooi hem niet hoort aankomen. Het geluid dat vliegen normaal maakt, wordt bij de uil gedempt door donzige randen aan de veren. Het meest opvallende aan een uil is wel de afgeplatte kop met zijn twee grote, naar voren gerichte bolle kijkers. De ogen kunnen nauwelijks bewegen in de oogkassen, vandaar die starende blik. Maar hij heeft dan wel weer een flexibele hals: de kop kan 3-kwartslag draaien.

Braakballen

Omdat ze in het donker vliegen, is het vermogen om geluiden te lokaliseren perfect ontwikkeld. Zo sporen uilen ook hun prooi op. Vandaar dat regenweer, als geluiden door het gekletter van de regen overstemd worden, jagen onmogelijk maakt. ’s Nachts uilen spotten doet men op een regenachtige, winderige avond. Dan zit de uil nog gewoon werkeloos in de boom, wachtend op beter weer.
Uilen zijn wat betreft eten niet kieskeurig. Op het menu van de uilen staan behalve de knaagdieren ook mollen, vleermuizen, eekhoorns, reptielen, amfibieën, vissen en insecten. Botjes en haren verteren niet. Die blijven in de maag en worden tot braakballen samengeperst en via de snavel uiteindelijk naar buiten gewerkt.

Soorten

De steenuil, met de Latijnse naam ‘Athene Nocturna’, is het kleinste uiltje. In het oude Griekenland is deze uil het symbool van de wijsheid. Steenuilen komen in Nederland voor in het rivierengebied en op de hoge zandgronden. Zij broeden vaak in holten van knotwilgen, in daken en houtstapels.
De bosuil voelt zich het beste thuis in oude loof- en gemengde bossen en parklandschappen. Zij broeden in holle bomen of nestkasten. Vanaf januari laat hij van zich horen, in maart begint het broeden en in augustus zijn de jongen zelfstandig.

Muizenplagen

De ransuil is in de Kempen rijk vertegenwoordigd. In het najaar verzamelen ze vaak op gemeenschappelijke slaapplaatsen waar dan enkele tientallen uilen aanwezig kunnen zijn.
De kerkuil heeft voor een groot deel dezelfde prooi als de ransuil. Deze uil broedt vaak in kerktorens, vandaar de naam. Om kraaien en duiven uit de torens te weren, zijn de meeste dichtgemaakt, maar voor de kerkuil worden dan speciale ingangen gemaakt. Op boerderijen was en is de kerkuil een welkome gast als bestrijder van muizenplagen. Het raampje in de nok van de schuur is daarom altijd open. Vooral de schuur waar graan en veevoer zijn opgeslagen is een kweekplaats voor muizen.

Door de schaalvergroting in de landbouw is het leefgebied van de uil ernstig aangetast, waardoor er veel minder uilen zijn dan vroeger. Een belangrijke rol spelen het verdwijnen van houtwallen rond akkertjes, hoogstamboomgaarden en houten schuren.

ivn.nl/afdeling/veldhoven-eindhoven-vessem

IVN VEV

Braakbal

Een paar uur na het eten spuugt de uil een braakbal uit met onverteerbare delen als botjes, haar en veertjes. Op sommige scholen worden lessen gehouden waar de leerlingen de braakballen uitpluizen en proberen te ontdekken wat de uil zoal gegeten heeft.

De kop van een uil kan driekwart slag draaien

Afbeelding